Ik heb drie kippen grootgebracht, geslacht en opgegeten. Wat me het meest opviel.

Begin april zag ik een oproep voorbij komen voor een doe-het-zelf-kip, bij wijze van experiment om slacht weer onderdeel van de vleesconsumptie te maken. Ik vrijwilligde direct en liet mijn vriend weten dat we kippen kregen (Is dat de juiste volgorde? Vast wel!). Ik snapte namelijk meteen het idee: eieren (van een vleesras) uitbroeden, kippen grootbrengen, zelf slachten en het vlees bereiden. Bewust van de impact van vlees eten en selectief carnivoor dat ik ben, liet ik me helaas vaker verleiden tot vlees eten dan dat goed is voor moeder aarde. Hoog tijd voor een confrontatie met mezelf dus.

Met de eieren nog in de broedmachine besloot ik dat ik de kippen feestelijk wilde opeten, deze kippen waren immers bijzonder en dienden met bijzonder lieve mensen gegeten te worden. Ook besloot ik direct mijn ervaring gedurende de 7 weken met vrienden te willen delen en besloot ik me niet te veel te gaan hechten aan de pluizige bolletjes die datzelfde weekend nog uit het ei zouden kruipen.

De zeven weken tussen broedmachine en slacht vlogen voorbij. Ik heb nog nooit zoveel over kip gepraat en zo weinig vlees gegeten. Ik heb kuikenkraamvisites georganiseerd, getwijfeld of ik de kippen namen moest geven, een kippenhok getimmerd, een selectie moeten maken van mensen die mee kip konden komen eten, het ultieme kipmenu samengesteld, me afgevraagd of ik de kippen levend kon marineren (grapje!) en elke ochtend mijn kippen gegroet. Tot de slachtdag daar was. Als afscheid gaf ik mijn kippen een appeltje.

Wat me het meest is bijgebleven van het experiment:

Aandacht

Iedereen om me heen begon over mijn kippen en van mijn niet-kritische consumentenvrienden kwamen verrassend genoeg de meest uiteenlopende reacties. Het waren niet de veganisten of vegetariërs die zich verzetten tegen het idee van zelf slachten, en ook niet de hyperbewuste consumenten die het zelf slachten verdedigden; beide reacties kwamen van de normaliter-allesbehalve-critici. Het idee van zelf slachten maakte bij hen het meeste los.

Denk als een boer

Omdat ik het aantal genodigden voor mijn diner niet verder teruggebracht kreeg dan 16, wilde ik dat mijn kippen genoeg vlees aan de botten zouden krijgen voor 16 mensen om van te kunnen eten. Ik maakte me dan ook zorgen toen ze rond week 4 nog geen kilo per stuk wogen. Ik verwachtte toch wel de magie van het doorgefokte vleesras: dikke vlezige kippen. De laatste 2 weken kwamen ze 100 gram per dag aan; enerzijds bizar onnatuurlijk om te zien, anderzijds geruststellend voor het succes van mijn feestje.

(Uiteindelijk was het slachtgewicht (zonder kop, veren en ingewanden) van de kippen 2200, 1950 en 1600 gram.)

Doodmaken was een eitje

Ik had nog nooit iets doodgemaakt (behalve 516321 muggen) en het idee om dat voor het eerst te gaan doen was wat onwerkelijk. Ik had me echter vanaf dag 1 voorgenomen om het te gaan doen en had dus een paar weken gehad om aan het idee te wennen. Op de dag zelf was er goede begeleiding bij; de opa van mijn vriend is slachter geweest en kwam met plezier demonstreren en uitleg geven. Ik wist dat het een onnatuurlijk moment zou zijn waar ik mezelf even overheen zou moeten zetten: en dat was precies wat het was.

Doodmaken hoort bij vlees eten, het hoorde bij het experiment. De handeling zelf viel me alles mee (behalve dat een kippennek  steviger is dan ik dacht), het was meer het idee erachter dat me nog steeds bezighoudt. Ik heb eieren uitgebroed en kippen leven gegeven, puur om ze te kunnen doodmaken voor mijn eigen genot. Hun levensdoel was mijn genot. Ik maakte ze dood omdat ik daarvoor koos, terwijl ze gelukkig en gezond waren. En waarvoor? Ik heb geen vlees nodig om gezond te blijven, ik vind het simpelweg lekker. Het besef dat we een hele vleesindustrie hebben opgetuigd omdat we vlees lekker vinden geeft mij het gevoel dat we onszelf macht toeschrijven waar we eigenlijk als mens misschien wel geen recht op hebben.

Dier en vlees

De relatie tussen dier en vlees is er een waar we klaarblijkelijk in het dagelijks leven niet bij stil staan, of onszelf bewust voor afsluiten. Niemand reageert dan ook als ik een foto van een hamburger op social media zet, maar een foto van een kuiken met een kippenbout-emoticon roept wel reacties op. Aaibaarheid veroorzaakt confrontatie. Plastic bakjes anoniem vlees in de supermarkt niet.

Het lijken in ons brein twee verschillende hokjes: dier en vlees. Op het moment dat de kippen gedood en geplukt waren, was het in mijn ogen vlees. Wellicht omdat ik vaker een hele kip heb gezien? Ik vraag me af of ditzelfde principe werkt bij een varken of koe.

Anders eten

Het had me niet verbaasd als ik na dit experiment vegetarisch zou worden. Ik at al weinig vlees, zo’n twee keer per week. Vaker dan ik wilde liet ik me, buiten de deur, verleiden door anoniem vlees uit de industrie. Dit experiment was met een ‘industrieel kippenras’, maar omdat het in mijn thuisomgeving plaatsvond voelde het niet als confrontatie met de industrie. Toch ben ik minder vlees gaan eten, maar niet zoals ik verwachtte door een confrontatie met de industrie waar ik niet achter sta (en toch aan deelneem door hun vlees te consumeren). Het is het besef van de ‘macht’ die we onszelf toeschrijven om dieren te laten leven met als enig levensdoel ons plezier. Ik eet nu alleen nog dieren die in hun eigen leven ook plezier gekend hebben.

Het doe-het-zelf-kip experiment is onderdeel van de LandbouwInnovatieCampus, en bedacht en georganiseerd door Experimenteel Productiehuis Jansen Jansen Bachrach & Landshoff.